zondag 7 oktober 2012

Nierhoven door Miel Bruls




Nierhoven
geschreven door Miel Bruls in zijn boek "Mensen van Nuth"

(alle rechten op de tekst bij Miel Bruls; voor meer info over het beeldmateriaal: info@NuthvanToen.nl)

Tot de eerste bewoners van dit prachtig landhuis behoort Herman Huntjens in het midden van de 16e eeuw. Hij is getrouwd met ene Johanna en vader van 7 kinderen. 
Zijn oudste zoon Leonard Huntjens is pastoor van Nuth van 1579 tot 1623. Zijn zoon Servaes Huntjens, ook Vaes de Oude genoemd, is getrouwd met Jutta Renckens en ook zij hebben twee priesterzonen: Leonard, die later pastoor van Meerssen wordt en Steven Huntjens, pastoor van Schinnen. 
Het moet een diep gelovige familie zijn geweest, maar voor deze benoemingen, moest men vooral over veel geld beschikken. En Servaes, die tevens pachter van de Bergerhof en de Nuinhof was, was een rijk man. 

De Bergerhof was gelegen in het dal tussen Tervoorst en Grijzegrubben.  Huntjens of Hontjens komt van hond, en de Latijnse naam is hiervoor Canis. Zodoende wordt de familie voor de kerk ook Canisius genoemd. 

"Vaes de Jonge" trouwt in 1628 met Maria Hamers en ook zij krijgen veel kinderen. Twee zonen, Servaes en Melchior Canisius, worden kanunnik van de St. Paul te Luik.  Zij zijn, na de dood van hun vader in 1666, mede-eigenaar van kasteel Nierhoven, en het bakhuis wordt op last van Melchior verbouwd tot kapel, om er in 20 jaar tijd 1000 missen op te dragen.

Servaes Huntjens en zijn vrouw Maria Hamers liggen begraven op het oude kerkhof van Nuth, waar nu nog hun grafsteen staat, versierd met hun wapen en een hazewindhond. Hun zoon Willem Canisius wordt in Nuth secretaris van de schepenbank, en hij heeft Elisabeth Corten uit Hellebroek als vrouw. In het voorjaar van 1708 sterven ze allebei. 

Hun zoon Michael volgt hen op en trouwt in 1711 met Katrien Franssen uit Wijnandsrade.  Op 21 mei 1712 wordt hun enige dochter Maria Elisabeth geboren. De buren Ercken Hermans en Joanna Brandts werken in die tijd op de boerderij. 

Als hun heer Michael met 34jaar sterft, beheert zijn zus Maria als  "de juffrouw Canisius" de kapitale hoeve tot 1731. Maar als Maria Elisabeth Huntjens 21 jaar is, is ze een goede partij voor Jan Willem van der Meer, zoon van de schout van Tongeren en Agnes Hamont. Hij wordt de nieuwe heer en op Nirve worden in 20 jaar tijds 11 kinderen geboren. Het werk op de boerderij wordt intussen gedaan door de pachters Claes Snackers, Mathijs Frissen en Mathijs Tullenaers. Deze pachters van de grond wonen en werken aan de binnenplaats van het kasteel. 
Willem van der Meer overlijdt in 1754 op Nirve.

In 1757 is er een konflikt over het gebruik van de z.g. Daelder bank in de kerk van Nuth tussen de Heren van de Dael en Nirve. Ze wordt toegewezen aan Nierhoven, omdat Michael Canisius de bank altijd gebruikt heeft. 
In het zelfde jaar op 15 mei overlijdt Johan Meex in Nierhoven aan een slag op het hoofd, verricht door zijn broer Simon. Het handgemeen om 2 karren mest vond plaats op 30 april en de hulp van Chirurgijn Roebroeks, in Heerlen, zou  fataal zijn geweest, en daarom komen 3 doktoren naar Nierhoven om het lijk te schouwen. 

Willem van der Meer is de nieuwe heer en zijn vrouw Maria de Kinder krijgt in 1771 een kind. Maar Willem voelt zich niet thuis in het eenzame dal, waar de nevel eeuwig boven de grote vijvers blijft hangen. Hij verruilt de heerlijkheid voor het levendige Brussel en laat Nierhoven aan zijn broer Philip. Philip van der Meer is schout van Nuth en secretaris van de Schepenbank in Reymersbeek. Hij steunt de Franse bezetters, met hun leuzen van vrijheid en gelijkheid, waarop ook mensen van geringe stand van Nuth wachten. Want ook Philip is zo arm, dat hij bij zijn zoon Simon 500 Franse Kronen moet lenen om grond te kopen. Op 30 januari 1794 is hij als burger present op de zitting van de nieuwe raad met Clootz,  Ritzen en Goossens.  
Ofschoon Philip van der Meer van lage adel is, wordt hij in Nuth tot agent municipal benoemd. Ook zijn dochter Therèse is in dienst van de Fransen als secretaresse van het kanton Oirsbeek. Philip is in Heinsberg getrouwd met Alouisia de Brinck uit Gratz in Stiermarken. Zijn zus Agnes is in het klooster te Tongeren. 

De boeren van Nuth moeten de verschuldigde belasting naar het kasteel brengen, voor hen verandert er weinig. Alleen de grote boeren van Nirve, zoals Mathijs Brandts en Mathijs Meex, leveren aan het franse leger. 

Als pachtboer woont ook Hendrik Ackermans en zijn vrouw Margriet Loyens op de hoeve. Nu de graanprijzen weer stijgen, worden de weilanden omgeploegd. Anton van der Mee¡ lost de schuld van zijn vader af en verkoopt het landgoed in de Franse Tijd aan de priester Nicolaas de Limpens. Ook deze is een aanhanger van de Franse Revolutie en heeft in 2 vlugschriften de eed van trouw van de priesters aan het Franse bestuur verdedigd. Zijn vader, Carel Lothar de Limpens, is rentmeester op Reymersbeek. De Limpens sterft in Nuth op 11 februari 1811, 74jaar oud. Zijn neef Leonard de Limpens, uit Maastricht, 35 jaar, volgt hem op tot zijn dood in 1847. 
De vrijgezel Karel de Limpens, kantonrechter te Heerlen, wordt eigenaar en verhuurt de woning, want zelf woont hij in het z.g. Klimmender huisje. Bij zijn dood in 1866 krijgt elk arm gezin, dat de begrafenis
bijwoont, 2 francs. Zijn erven blijven in Douvenrade en in de Belgische Kempen wonen en verhuren het goed in Nuth. 

ln de 2e helft van de 19e eeuw is de familie Meex pachter van de
boerderij. Simon Meex met zijn vrouw Helene Goessens worden opgevolgd door de vrijgezel Pieter Meex, die met 6 ongehuwde broers en zusters de hoeve beheert.  Mathijs Weusten is er in dienst als schaapherder, want gras groeit er genoeg rond de vijvers. 

De oostelijke vleugel wordt gehuurd door vreemden, die apart willen wonen, en van hun korte leven willen genieten. Maar vaak is het vergane glorie... Lodewijk Sandberg houdt er zelfs Susanne Minor als dienst meisje op na.  In 1875 betrekt de oude legerkapitein Keyzer de deftige woning. Hij is met Rosa Ran uit Wärzburg gekomen. Ook de rentenier Alois Berger komt van Duitsland en geniet er van de landelijke rust, totdat de gemeente-ontvanger Frans Meex bij zijn broer de pachter gaat wonen. 
Op de boerderij zijn 72 knechten en 2 dienstmeisjes in dienst. 

Van 1895 tot 1898 renteniert Jan Peusens er en zijn dienstmeisje Margreeth Just uit Silezië promoveert tot kasteevrouwe door haar huwelijk met ingenieur Verbunt. Ze permitteert zich zelfs een koetsier. In 1920 koopt de rijke "brikkebekker" Koten uit Hommert het grote huis en Gabriël woont er met zijn zus Maria. Een laan van populieren verbindt hun huis met de villa van hun broer Vic aan de Valkenburgerweg.

In 1945 komt het jonge paar Albert Crapels en Lies Wouters bij hen wonen, terwijl op de binnenplaats de melkbussen ratelen van melkboer Maes.
Maria Koten sterft in 1953 en de gemeente Nuth koopt het landgoed, groot 11 ha op 22 april 1955 voor f 76.094. Na een grondige restauratie wordt het tot 1975 de ambtswoning van burgemeester Schmedding en zijn grote gezin.  
Als zijn opvolger Chris Rutten pleit voor strengere aanpak van de baldadige jeugd, vliegt er op 21 oktober 1979  een "Molotovcoctail" door het venster, die de voorkamer totaal verwoest. De schade in de zaal bedraagt f. 40.000 maar de bewoners blijven ongedeerd.  

Sinds 1986 woont de familie Takx - Köhlen op het idyllisch gelegen kasteel, een gedenkteken van "Nuth's rijke verleden"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten